Skip to main content

Borst-en flesvoeding

Drinken uit de borst of fles gaat niet elke baby even makkelijk af. Het is een vaardigheid waarbij zuigen, slikken en ademhalen op elkaar afgestemd moeten worden. Als dit voor een baby moeilijk is, kunnen er problemen ontstaan bij het voeden.

Kinderen met een schisis, syndroom van down, te vroeg geboren kinderen of kinderen met een laag geboorte gewicht hebben vaak wat extra ondersteuning nodig bij het drinken.

Signalen van afwijkend zuigen bij zuigelingen:

  • Veel onrust/ongenoegen na de voeding
  • Spugen tijdens of na de voeding
  • Onvoldoende vacuüm kunnen maken (bijv. schisis)
  • Niet opstarten van het zuigen
  • Slordig drinken
  • klakkend/smakkend geluid
  • Benauwd tijdens het drinken
  • Rochelig worden tijdens drinken
  • Afwijkende bewegingen van kaken en de tong tijdens het zuigen
  • Heel onrustig zijn / veel stress tijdens drinken
  • Geen / moeizame opbouw qua hoeveelheid drinken (aantal ml‟ s)
  • Extreem lang over voedingen doen (> 30 minuten)

Als preverbaal logopedist bekijken we samen met de ouder hoe het drinkmoment geoptimaliseerd kan worden. We kijken naar de houding tijdens het voeden, de mondmotoriek, het materiaal (soorten flessen en spenen) het beoordelen van de zuigkracht en de coördinatie tussen en zuigen, slikken en de ademhaling. Tevens worden er gerichte adviezen gegeven om het drinken uit de fles en/of borst te verbeteren waardoor het een prettig drinkmoment wordt voor ouder en baby.

Flesweigeraars

Wanneer een baby wordt geboren drinkt hij/zij door gebruik te maken van reflexen. Een bekende hiervan is het zuig- slikreflex. Gedurende de eerste drie maanden verdwijnt dit reflex en leert de baby zelf drinken. Echter wanneer de baby in de eerste drie maanden borstvoeding kreeg en er onvoldoende aandacht werd besteed aan het leren drinken uit een fles kan het gebeuren dat het de baby niet (meer) lukt om uit de fles te drinken. Als preverbaal logopedist help ik ouders om de baby te leren drinken uit een fles.

Reflux:

Reflux is het terugvloeien van voedsel uit de maag naar de slokdarm en soms naar de mond. Reflux is heel gewoon: bij ongeveer de helft van de baby’s jonger dan drie maanden gebeurt het dagelijks. Ze hebben er weinig last van en het gaat vanzelf over. Soms heeft een baby wel veel last van reflux. Bij verborgen reflux komt voeding ook omhoog, maar spuugt de baby het niet uit. De voeding komt bijvoorbeeld tot in de keel en zakt dan weer terug naar beneden. De baby ‘herkauwt’ zijn voeding. Als je baby er geen last van heeft, is behandeling dan ook niet nodig.

Als er signalen zijn van pijn, moeizaam slapen, vaak de hik, huilen/krijsen/ overtrekken, onvoldoende groei, of wanneer de problemen aanhouden, kan er sprake zijn van gastro-oesofageale refluxziekte (GORZ). Dit kan leiden tot voedingsproblemen. In zo’n geval kan een preverbaal logopedist samen met de ouders bekijken of aanpassingen in de houding van het kind en de manier van drinken kunnen helpen om de reflux te verminderen.

Neem contact op

Flesweigeraars